vrijdag 15 juni 2018

De tand van de kietelvos


De tand van de kietelvos

‘Kom, we gaan iets leuks doen!’ Met zijn grote glimlach kijkt hij ons veelbelovend aan. ‘Wat gaan we doen?’ vraagt Merijn. ‘We gaan een boek schrijven.’ ‘Een boek?’ ik kijk mijn vader nieuwsgierig aan. ‘Ja een boek, we gaan een verhaal maken en we maken foto’s in het bos voor bij het verhaal.’ ‘Cool!’ Merijn rent al naar boven om zijn spullen te pakken. Ik glimlach en ren achter hem aan om ook mijn spullen te pakken. Een tijdje later zitten we in de auto, onderweg naar het bos om foto’s te maken voor bij ons verhaal. ‘Hoe gaan we ons boek noemen papa, waar gaat het over?’ vraagt Merijn. ‘De tand van de sluwe vos, het gaat over een hele sluwe vos die zijn tand in het bos is verloren. Jullie zijn de ontdekkers, jullie gaan de tand zoeken.’ ‘Cool!’

Een half uurtje later rijden we de bossen van Gasselte binnen, hier begint ons avontuur. Ik waan me een echte detective op zoek naar de tand van de sluwe vos. Ook Merijn lijkt er zin in te hebben. Papa heeft de camera. Daar gaan we, het bos in, op zoek naar de tand van de sluwe vos.

We hebben het leuk, we lachen, maken foto’s en gaan op in het idee dat we daadwerkelijk een tand gaan vinden. We zoeken overal, maar we moeten ook oppassen, oppassen voor de sluwe vos. We halen takken weg, gaan tegen de regels in van de paden en zoeken achter bomen, struiken en bloemen. Ineens begint Merijn te snikken: ‘Papa, ik vind het eng.’ ‘Wat vind je eng lieverd?’ ‘De sluwe vos, straks pakt hij ons.’ Papa glimlacht en gaat op de grond van het bos zitten. We gaan bij hem zitten. ‘De sluwe vos is eigenlijk een hele lieve vos Merijn.’ ‘Maar het klinkt eng en straks pakt hij ons.’ ‘Hij pakt ons niet, hij vindt het heel lief dat we hem helpen met zoeken.’ Merijn knikt, maar lijkt niet overtuigd. Papa kijkt hem doordringend aan: ‘weet je wat, we noemen hem de kietelvos!’. ‘De kietelvos?’ ‘Ja, de kietelvos, een hele lieve vos! We gaan hem nu helpen zijn tand terug te vinden, zodat hij zijn tand onder zijn kussen kan leggen en kan wachten op de tandenfee. Is dat goed?’ Merijn lacht en knikt terwijl papa de laatste tranen van zijn wangen veegt. En daar gingen we, verder het bos in, op zoek naar de tand van kietelvos.

Dit verhaal speelde zich alweer een tijdje geleden af. De tand van de kietelvos vonden we! We legden hem op een plek die papa had afgesproken met de kietelvos en papa vertelde dat de kietelvos er heel blij mee was. Door ons kon hij zijn tand onder zijn kussen leggen. Van de tandenfee kreeg hij een speelgoedauto. Eind goed al goed.

Zoals ik al zei, dit verhaal speelde zich een tijdje geleden af. Merijn is ondertussen zestien en niet meer bang voor sluwe vossen, hoewel kietelvossen natuurlijk veel leuker zijn. Hij is zestien en haalde deze week zijn middelbareschooldiploma. Heel even dacht ik terug aan deze dag, bij het knuffelen van mijn ‘kleine broer’ toen hij hoorde dat hij geslaagd was. Ook keek ik even naar boven en glimlachte, heel even maar.